Om voor een betere afwikkeling te zorgen bij faillissement van een verzekeraar is de nieuwe wet Herstel en afwikkeling van verzekeraars in het leven geroepen. Deze wet geeft een nieuwe draai aan het bestaande wettelijk kader. De minister van financiën en de minister van veiligheid en justitie zijn met het voorstel gekomen. Het overkoepelende doel is om polishouders beter te beschermen als een verzekeraar failliet gaat.
Een falende verzekeraar kan ervoor zorgen dat de polishouders ook in de problemen komen. De nieuwe wet ‘Herstel en afwikkeling van verzekeraars’ moet ervoor zorgen dat deze polishouders worden beschermd. De wet is door de ministerraad goedgekeurd op voorstel van minister Dijsselbloem van financiën en Van der Steur van veiligheid en justitie. De wet verplicht verzekeraars om een plan op te stellen voor het geval dat grote financiële problemen zich voordoen. De wet zorgt er mede voor dat De Nederlandsche Bank (DNB) meer bevoegdheden krijgt om in te grijpen als dat nodig is. Voor de grote verzekeringspartijen zal DNB afwikkelingsplannen opstellen waarin de strategie voor de verzekeraar wordt vastgesteld. Op deze manier kan DNB de financiën van de verzekeraar beter regelen in tijden dat deze moeten worden overgedragen aan een andere partij of een overbruggingsverzekeraar.
De wet Herstel en afwikkeling van verzekeraars zorgt ervoor dat de polishouders als allerlaatste worden benadeeld in de financiën. De verliezen moeten allereerst worden opgevangen door de aandeelhouders en alle andere schuldeisers. Momenteel moeten polishouders ook relatief lang wachten op een uitkering als de verzekeraar failliet gaat. In de nieuwe wet staat dat de verzekeraar na faillissement de polishouder een voorschot op de uitkering moet geven uit de inboedel. De wet zorgt er dus nadrukkelijk voor dat polishouders beter af zijn.