Er is een doorbraak in het onderzoek naar de duur van het medisch traject van letselslachtoffers. Verzekeraar Achmea is vijf jaar geleden een onderzoek gestart naar de duur van het traject die patiënten met letselschade moeten lopen. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat het traject met negen maanden kan worden ingekort op de periode die er nu voor wordt uitgetrokken. Het onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Maastricht en de Universiteit van Tilburg.
Huidige regeling
Momenteel is het de bedoeling dat niet één maar twee medisch adviseurs op de zaak van de patiënt met letselschade worden gezet. De ene adviseur wordt opgeroepen namens het slachtoffer, en de ander namens de verzekeraar van de aansprakelijke partij. De beide adviseurs proberen vast te stellen wat de omvang van de schade is voor het slachtoffer. Het gebeurt maar al te vaak dat de twee medische adviseurs het niet met elkaar eens zijn op bepaalde vlakken in dit medische traject. De vraag kan opduiken of een bepaald letsel wel of niet het gevolg is van het ongeval dat heeft plaatsgevonden. Hier kan een discussie uit voortvloeien aangezien de medisch adviseur van het slachtoffer een ander belang bij de situatie heeft dan de adviseur van de verzekeraar. De verzekeraar zal uiteindelijk de schadevergoeding moeten uitkeren en wil logischerwijs niet meer betalen dan nodig is. Zulk soort discussies kunnen leiden tot vertraging van het traject, en daarom ook tot hogere kosten.
Alternatieve regeling
Om het traject in te korten is daarom gekeken naar een traject waar maar één medisch adviseur bij betrokken is. Deze adviseur is geheel onpartijdig en kijkt objectief naar de situatie. Het blijkt dat het slachtoffer bij dit alternatief vaak een even hoge vergoeding krijgt als in het geval van twee adviseurs. Doordat er geen discussie kan ontstaan, loopt het traject soepeler en kan er maar liefst negen maanden worden ingekort op het huidige traject. Ook kan er hierdoor bespaard worden op de kosten.
Verzekeraar Achmea is blij met de uitkomsten en roept verzekeraars daarom ook op om voortaan maar één medisch adviseur op de zaak te zetten.
